Slachthuis

Een traditie van kwaliteit

Hier is het eigenlijk allemaal mee begonnen; het verhandelen en slachten van dieren, en het versnijden en verkopen van kwaliteitsvlees. Na meer dan honderd jaar is het “slachthuis van Anderlecht” zoals het in de volksmond heet, uitgegroeid tot een centrum waar u gedreven specialisten, die bijna letterlijk met hun sector vergroeid zijn, onder één dak kan terugvinden. De slachtlijnen worden nog altijd up to date gehouden. Ook op het vlak van hygiëne worden de strengste normen gehanteerd.

Hier wordt zowel voor de traditionele beenhouwerij geslacht, maar ook ritueel voor de moslims en voor de joodse gemeenschap. Onze slachtlijn is voorzien van de nodige apparatuur om hieraan te beantwoorden. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is het niet verplicht om dieren te verdoven alvorens te slachten, in tegenstelling tot Vlaanderen en Wallonië, waar andere regels gelden. Dit thema heeft al heel wat stof doen opwaaien.

Vandaag beschikt het slachthuis in Anderlecht over twee slachtlijnen: één voor grootvee (runderen, paarden, kalveren en herten) en één voor kleinvee zoals schapen en geiten. Het slachthuis van Anderlecht is dan misschien één van de oudste en bekendste van het land maar zeker niet dé grote speler op de markt, vergeleken met industriële slachthuizen die je vindt in Vlaanderen en Wallonië. Wel is het slachthuis van Anderlecht het enige nog actief in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Jaarlijks worden hier inmiddels zo’n 50.000 dieren geslacht, omzeggens 5 % van alle geslachte dieren in België (tegenover 14% in 1934). In 2023 werden er in totaal 17.700 runderen, 850 paarden en 140 herten geslacht. Op de andere slachtvloer werden toen 17.500 schapen en 13.000 geiten geslacht.